Sadhana Forest, een van de tientallen utopische projecten in Auroville (Tamil Nadu, India), heeft tot doel om een zelfregulerende leefgemeenschap te creëren die klimaatneutraal en toekomstbestendig is voor mens, dier en natuur. Het project werd opgericht in 2003 op pertinent onbewoonbare grond, het Tropical Dry Evergreen Forest waar de overlevingskans voor gewassen naar verluid destijds op 0.01% werd geschat.
Via een inventieve combinatie van afwateringssystemen, watermanagement en waterconservatie – wat er simpel gezegd op neerkomt dat men erachter moet zien te komen wanneer het regent, waar het meeste water neerdaalt, en hoe dat water liefst honderd procent benut kan worden – is het de bewoners van Sadhana Forest gelukt om binnen vijftien jaar een natuurrijke omgeving te creëren. Anno 2017 worden de tientallen hutten omringd door een wildgroei aan planten en bossen, en zetten alles bij elkaar duizenden vrijwilligers zich in om een menselijke leefomgeving te ontwerpen op een manier die ecologisch duurzaam en stabiel is.
We krijgen een rondleiding van een Amerikaanse twintiger die inmiddels een jaar in de leefgemeenschap werkzaam is. Hij vertelt ons eerst grote verhalen over zijn ouderlijk huis in New York met acht tv-toestellen, ieder zijn eigen entertainment in zijn afgezonderde ruimte, en probeert het grote contrast met het leven dat hij hier leidt invoelbaar te maken. In de gezamenlijke lees- en slaapruimten geldt steevast het devies: smartphones uit. Niet alleen verbruiken smartphones onnodig veel energie (wat eigenhandig opgewekt moet worden), ook bevordert het apparaat een zekere mate van afzondering en smoort het ’t ideaal van samenzijn en elkaar aandacht geven dat in deze gemeenschap hoog aangeschreven staat.
Dat er buitengewoon inventief wordt nagedacht over verspilling demonstreert hij voor ons buiten bij de handen-was-plek. In een blik met een piepklein gaatje giet hij een half bekertje water leeg. Het dunne straaltje geeft hem zeker twintig seconden de tijd om uitgebreid zijn handen te wassen. Zo kun je, vertelt hij ons stralend, tegelijkertijd grondig je handen wassen, een noodzakelijke hygiënische maatregel, en verspil je niet veel meer dan een paar centimeter aan regenwater. Naast de wasplek in de keuken prijkt een lijst met daarop de hoeveelheid water die nodig is voor verschillende producten: melk, eieren, kippen, varkens. Een plasticfles met een liter water kost achtentwintig liter water, leren we.
We zien foto’s van het woestijnlandschap uit 2003 en lopen niet veel later door het weelderige groen. Het verschil is verbluffend, haast ongelofelijk. Na het rondje krijgen we ook verschillende educatieve video’s te zien. ‘Water zal een van de grote uitdagingen worden voor de komende honderd jaar,’ aldus Yorit Rozin, samen met zijn vrouw een van de oprichters van het project. Een dag eerder werd mij verteld dat alleen al dit jaar meer dan elfduizend boeren in India zelfmoord hebben gepleegd vanwege het uitblijven van de moesson en tegenvallende oogsten.
In de video’s zien we hoe het Yorit en zijn team lukt om ook in ogenschijnlijk onbewoonbare gebieden in Haïti en Kenya uiteindelijk vegetatie terug brengen. Het komt er steeds op neer door middel van technologisch vernuft en creatief denken zodanig in te grijpen dat het weinige water dat valt optimaal benut wordt.
Na afloop is er entertainment in de vorm van een willekeurige documentaire over smartphonegebruik (ons zogenaamde verlies van aandacht), en een martial artsperformance. Ik moet er een beetje om lachen: het mag per se niet saai worden, verveling is hier taboe. Smartphones worden ontmoedigd en het groepsgevoel dient in alles te worden aangesproken. Een vorm van cognitieve dissonantie: juist omdat het nuttig is wat hier gedaan wordt moet er vervolgens ook een grote nadruk liggen op het feit dat er zeker geen offer wordt gebracht en dat het vooral ook heel erg leuk kan zijn om het leven te optimaliseren.
Toch zou je ook kunnen zeggen dat het project Sadhana Forest als een smartphone functioneert binnen Auroville. Want is de smartphone niet in eerste instantie een verlengstuk van de mens, een werktuig dat het functioneren van de mens op aarde hopelijk optimaliseert? De mensen in het bos proberen hetzelfde te doen voor dier en milieu: middels technologisch vernuft het leven van mens, dier en milieu in harmonie brengen en optimaliseren. Maar de mens is er ironisch genoeg niet meer uit weg te denken. Om de harmonie middels technologie te realiseren is de mens hier inmiddels noodzakelijk. Dit vormt een schel contrast met het aloude ideaal van een pre- of postmenselijke wereld die pas weer in balans is zodra die vervuilende mensheid eruit weggedacht kan worden.
Een vergelijkbare vermenging van mens, technologie en natuur trof ik vanmorgen aan in het artikel Wildernis in algoritmen. Kan artificiële intelligentie de natuur redden van Sanne Bloemink in De Groene Amsterdammer. Zij verkent ‘een vorm van artificiële intelligentie (AI) die zelfstandig autonome natuurgebieden creëert en beschermt’:
‘Stel je voor dat je delen van de aarde “beter” zou kunnen maken. Dat je vervuilde gebieden zou kunnen schoonmaken, afgebrande bossen zou kunnen laten teruggroeien en uitgestorven dieren opnieuw te voorschijn zou kunnen toveren. En voor dit alles zou je als mens nog maar nauwelijks iets hoeven doen. De gebieden beschermen zichzelf met behulp van geavanceerde, zelf lerende technologie.’
In het artikel verkent ze de vraag in hoeverre de mens zelfs de volledige regie zou kunnen overdragen aan slimme zelf-lerende technologie. Maar uiteindelijk komt ook zij tot een vergelijkbaar idee van vermenging, waarbij de mens vooral moet inzien dat hij zelf onderdeel is van de natuur die hij zonodig onder controle wil brengen. Ze concludeert:
‘We moeten juist een relatie aangaan met de aarde, hoe ingewikkeld dat ook is. Juist nu wij blijkbaar zo’n grote invloed uitoefenen op de aarde dat we zelfs op geologische schaal veranderingen aanbrengen, is het tijd om onze verantwoordelijkheid te nemen. (…) Daarbij past eerder het in alle bescheidenheid nemen van verantwoordelijkheid, waarbij we ons proberen open te stellen voor nieuwe relaties met niet-menselijke organismen om ons heen en proberen beter naar hen te luisteren.’
Sadhana Forest laat zien dat het niet onmogelijk is: een concept of ideaal waar mens, dier en natuur in harmonie co-existeren als gevolg van vernuftig ingrijpen van de mens. Tegelijkertijd toont het ons ook dat het een illusie is de mens er helemaal uit weg te denken. Ook natuurlijke harmonie is uiteindelijk een behoefte van de mens.